Zonnepanelen zijn al meerdere jaren op de markt, waardoor veel risico’s en onvolkomenheden zijn opgelost. Het plaatsen van zonnepanelen wordt steeds meer normaal. Niet alleen voor huiseigenaren omdat ook veel sociale woningcorporaties zonnepanelen op de daarvoor geschikte daken van de woningen installeren. De zonnepanelen wekken elektriciteit op en verlagen daarmee je elektriciteitsrekening en je woonlasten.
Maar wat is een zonnepaneel nu eigenlijk en waarvoor dient het? Om te beginnen worden het ook wel PV-panelen genoemd. De betekenis van PV is ‘Photo Voltaic’. Een zonnepaneel bestaat uit heel veel fotocellen die lichtstralen omzetten in elektriciteit.
Hoe werkt het?

- De zon schijnt op de zonnepanelen die daardoor een elektrische spanning opwekken. Eigenlijk gaat het om de hoeveelheid licht die op de panelen valt.
De opgewerkte spanning is een gelijkspanning (DC) zoals bij een accu of een batterij. - De opgewerkte gelijkspanning komt aan bij de omvormer die de gelijkspanning omzet naar een wisselspanning (AC). Dat is dezelfde elektrische spanning die door het elektriciteitsbedrijf wordt geleverd.
- De wisselspanning uit de omvormer komt aan bij de meterkast (groepenkast). Dat is het centrale punt van de elektrische installatie. In de groepenkast zijn groepen voor verlichting, stopcontacten, wasmachine, enzovoort. De PV-installatie krijgt zijn eigen groep(en) die met een PC-sticker moeten zijn aangegeven. Normaal krijgt de groepenkast zijn voeding vanuit het elektriciteitsnet, maar nu ook vanuit de omvormer.
- Je verbruikt in eerste instantie de elektrische energie die je zelf hebt opgewekt. Wat je over hebt wordt teruggeleverd aan via het elektriciteitsnet aan de netbeheerder en je energiebedrijf.
Monitoring
Veel woningen zijn inmiddels voorzien van een ‘slimme meter’. Deze meter registreert de hoeveelheid verbruikte elektriciteit in kWh (kilo-Watt per uur). Het elektrisch vermogen wordt aangeduid in Watt. Als je 1000 Watt gedurende 1 uur inschakelt heb je 1 kWh verbruikt.
De slimme meter heeft 2 digitale tellers die bijhouden hoeveel elektriciteit je uit het elektriciteitsnet haalt (verbruikt) en ook hoeveel elektriciteit je via de zonnepanelen terug levert.
Let op: je verbruikt in eerste instantie je eigen opgewekte stroom. Wat je overhoudt lever je terug.

Om te zien wat de echte opbrengst van je zonnepanelen is moet je kijken hoeveel elektriciteit er uit de omvormer komt. We noemen dat monitoren.
Via een website of een app is de omvormer verbonden met het internet en/of je eigen WiFi-netwerk. Dan kan je precies volgen hoeveel elektriciteit je zonnepanelen opwekken. De ziet vaak mooie grafieken waarin je kan zien op welk tijdstip van de dag je de meeste opbrengt hebt. Ook zie je de totalen per dag, maand en jaar.

Saldering
De salderingsregeling houdt in dat de aan het elektriciteitsnet geleverde kWh’s verrekend worden met de op andere momenten afgenomen kWh’s. Dankzij deze regeling is er (voorlopig) geen prijsverschil tussen uit het elektriciteitsnet geleverde elektriciteit en de via de omvormer terug geleverde elektriciteit. Je kan het overschot van je zelf opgewekte elektriciteit terugleveren aan het net en op jaarbasis verrekenen je energiebedrijf.
De salderingsregeling wordt vanaf 1 januari 2025 geleidelijk afgebouwd. Vanaf 2025 kunt u elk jaar een kleiner percentage van de teruggeleverde energie salderen. Voor de overige energie krijgt u een terugleververgoeding. Deze vergoeding zal lager zijn vergeleken met salderen. Vanaf 2031 is salderen waarschijnlijk niet meer mogelijk.
Let op: je krijgt alleen geld terug van de terug geleverde elektriciteit als je PV-installatie is aangemeld bij de netbeheerder. Zonder aanmelding weet de netbeheerder immers niet wie er elektriciteit heeft terug gevoelens en hoeveel.
Wassen als de zon schijnt
Als je zonnepanelen hebt kan je op het energiedisplay zien hoeveel energie er wordt terug geleverd. Gebruik deze energie zelf! Je krijgt voor de terug geleverde energie immers veel minder terug dan je ervoor betaalt. Ook de BTW krijg je niet terug.
Nu er 1312 Watt wordt opgewekt is het slim om je vaatwatter en andere apparaten te gebruiken.

Schakelen van zonnepanelen
Er zijn in hoofdzaak 2 manieren om elektrische componenten, dus ook zonnepanelen, te schakelen:
- in serie
- parallel
– Serie schakelen

Bij het in serie schakelen zijn alle panelen doorgelust als een soort treintje. Zo’n treintje noemen ze een ‘string’. Als één paneel uitvalt stoppen alle panelen. Dat uitvallen kan door een defect maar ook doordat er schaduw op één of meerdere panelen valt. Als bij schaduw één paneel minder stroom opwekt zullen de anderen dat ook doen. Het is van belang dat alle panelen blijven functioneren. Via monitoring kan een defect zichtbaar worden dat je normaal niet opmerkt.
Met een optimizer kan je voorkomen dal alle panelen uitvallen bij een defect aan éen paneel. Aan ieder paneel wordt een klein kastje gekoppeld: de optimizer. Als er een paneel defect raakt of in de schaduw terecht komt zorgt de optimizer er voor dat de andere panelen normaal blijven functioneren.

– Parallel schakelen
Bij parallel schakelen wordt ieder paneel apart aangesloten. Ze werken nu onafhankelijk. Als één paneel uitvalt blijven de anderen in werking. Ieder paneel heeft zijn eigen omvormer: een micro-omvormer.

Bij een micro-omvormer hoeft er geen grote centrale omvormer in je huis te worden geplaatst. Er gaat een 230 Volt kabel vanuit de meterkast rechtstreeks naar de zonnepanelen.
Het elektrisch vermogen van zonnepanelen
Het maximaal vermogen van zonnepanelen, drukken we uit in Wattpiek (Wp). Dit is het vermogen dat het zonnepaneel onder ideale omstandigheden kan opwekken. Ofwel: onder omstandigheden in een testopstelling, met optimale zoninstraling en een temperatuur van 25°. Dat piekvermogen wordt zelden gehaald. Een vuistregel is dat je het aantal Wp met 0,85 moet vermenigvuldigen voor het werkelijke vermogen.
Het vermogen van de huidige PV-panelen wordt steeds groter. Een aantal jaren was 250 Wp normaal. Nu is dat vaak 365 tot zelfs 500 Wp. Vraag daarom altijd naar het vermogen van de panelen. Een zonnepaneel van 365 Wp wekt op jaarbasis gemiddeld 310 kilowattuur (kWh) op. Goed om te weten: een gemiddeld huishouden in Nederland verbruikt zo’n 3500 kWh per jaar aan stroom.
In de donkere wintermaanden is er weinig licht en zal de opbrengst heel laag zijn. Van maart tot oktober heb je het meeste rendement.

Het aantal panelen dat je kan plaatsen is niet alleen afhankelijk van de ruimte op het dak. Ook het totale vermogen dat je op je groepenkast kan/mag aansluiten is van belang.
Daken
Veel daken zijn geschikt voor het plaatsen van zonnepanelen, maar niet ieder dak.

- Ruimte op het dak
eder dak is uniek en dat betekent dat niet ieder dak geschikt is voor het plaatsen van zonnepanelen. Onder andere de ruimte op het dak speelt hier een belangrijke rol bij. Over het algemeen worden twee maten zonnepanelen gebruikt voor huizen: 1,00 x 1,65 meter of 1,10 x 1,75 meter. De meeste systemen bestaan uit 8, 12 of 16 zonnepanelen.
Er moet ook ruimte overblijven aan de rand van het dak. Dit betekent dat er tussen de 15 m2 en 30m2 aan vrije ruimte op het dak nodig is om zonnepanelen te kunnen plaatsen. - Oriëntatie
De hoeveel elektriciteit die PV-panelen kunnen opbrengen is afhankelijk van de oriëntatie en dakhoek van het dak. Jouw dak kan in vier verschillende richtingen staan.
Zuidelijke daken: een dak op het zuiden met een dakhoek van 30 tot 40 graden is het meest ideaal voor zonnepanelen. De daken staan op het middaguur richting de zon, dit is het warmste moment van de dag. Dit betekent dat er veel warmte opgenomen kan worden en vervolgens omgezet kan worden in energie. Daken op het zuiden hebben een 100% potentie en bieden dan ook het beste rendement.
Zuidoostelijke of zuidwestelijke daken: met een dak op het zuidoosten of zuidwesten heb je nog steeds een potentie tot 95%. Het dak staat niet optimaal richting de zon op het warmste moment van de dag, maar het levert nog steeds ruim dan genoeg op. Een dak op het zuidoosten zal juist meer elektriciteit genereren in de ochtend, terwijl een dak op het zuidwesten juist meer elektriciteit zal genereren in de middag. Het dak moet wel een goede hoek hebben om de potentie van 95% te halen. Is het dak platter of steiler? Dan wordt nog steeds een potentie van 90% of meer gehaald.
Oostelijke of westelijke daken: een dak op het westen betekent dat je een lagere potentie hebt. Deze ligt meestal tussen de 80 en 90%. Bij dit type daken geldt vaak dat de potentie beter is naarmate het dak platter is. Bij platte daken valt de felle middagzon beter op de zonnepanelen. Ook hierbij geldt dat daken op het oosten in de ochtend meer elektriciteit genereren en daken op het westen meer in de middag. Het is met een dak op het oosten of westen nog steeds mogelijk om veel uit je installatie te halen.
Noordelijk dak: een dak op het noorden heeft de minste potentie voor zonnepanelen: minder dan 75%. Voor daken op het noordoosten of noordwesten geldt hetzelfde. Er valt veel minder zon op de daken, waardoor het rendement ook een stuk lager ligt. Het wordt over het algemeen afgeraden om zonnepanelen te laten installeren op een noordelijk dak. De kans dat je hier optimaal rendement uithaalt is zeer klein. - Schaduw en andere obstakels
Een ander belangrijk aandachtspunt is de schaduw. Veel schaduw kan de opbrengst van elektriciteit enorm verlagen. Vaak zijn zonnepanelen elektrisch als een treintje (in serie) geschakeld. Er er schaduw op één paneel valt zullen ook de andere panelen een lagere opbrengst genereren. Daarom is het van groot belang dat het volledige dak vrij is van schaduw. Let op de schaduw gedurende de hele dag: schaduw in de ochtend of einde van de middag is veel minder van invloed dan schaduw dat in het middaguur op het dak staat.
Een goede omvormer of optimizer zorgt dat alle zonnepanelen optimaal blijven werken, ook als er een paneel in de schaduw ligt. - Overige aandachtspunten
Dakpannen zijn vrijwel altijd geschikt zijn voor zonnepanelen, behalve als ze erg oud zijn. In dit geval is het belangrijk om de pannen onder de zonnepanelen eerst te vervangen.
Zonnepanelen zijn minder geschikt voor rieten daken, in verband met brandgevaar. Een plat dak is meestal wel geschikt voor panelen, maar het is wel belangrijk om te weten dat de belasting niet te groot mag zijn.
De belastbaarheid van het dak mag door de zonnepanelen niet overschreden worden.
Installatie
Er zijn veel ‘cowboys’ actief die snel geld willen verdienen aan het leveren en aanleggen van een PV-installatie. Dit heeft al voor veel onveilige installaties en zelfs PV-branden gezorgd. Kijk daarom niet alleen naar de prijs maar kies voor een goede gecertificeerde installateur.

Voor de aanleg wordt gekeken of het dak en de ligging van de woning geschikt zijn. Daarna wordt er een legplan gemaakt: een tekening waarop de panelen op het dak worden ingetekend en waarbij rekening wordt gehouden met obstakels zoals dakramen, dakkapellen, afvoerpijpen en schoorstenen.

Ook wordt de plaats bepaald van de omvormer en wordt de route besproken van de leidingen die door de woning gaan lopen.
De groepenkast moet ook geschikt zijn: een PV-installatie krijgt zijn eigen groep(en) en die ruimte moet er dan wel zijn.
Iedere PV-groep moet zijn voorzien van een PV-sticker.
De groepenkast moet geschikt zijn voor de extra elektrische stromen van de PV-installatie. Het zal daarom vaak voorkomen dat de groepenkast moet worden vervangen door een kast die aan alle nieuwe normen voldoet.

Het aanleggen van een elektrische installatie, dus ook een PV-installatie is voorgeschreven in de NEN 1010. Het Bouwbesluit, dat ook voor woningen geldt, verwijst naar de NEN 1010 waardoor deze norm een wettelijke status heeft.
De NEN 1010 heeft een speciaal hoofdstuk voor het aanleggen van PV-installaties en bepaalt ook dat deze installaties vooraf moeten zijn geïnspecteerd.
Vraag om het inspectierapport omdat ook verzekeringsbedrijven dit kunnen eisen.
